Tijdens een trip door Zuid-Afrika vroegen we aan onze gids wat volgens hem de mooiste safaribestemming van zuidelijk Afrika is. ‘Botswana of course’ was het heldere antwoord. Op naar Botswana dus. ‘We gaan dan wel met Matoke,’ zei ik tegen mijn zus. Want daarmee was ik al eens in Oeganda en Tanzania geweest en die reizen waren heel goed bevallen. Samen met Rob Minken vogelden we het reisplan uit. We begonnen met 3 nachten in Victoria Falls, in de prachtige Pioneers Lodge. Het was een geweldig begin van deze reis. We zagen tijdens een wandeling de indrukwekkende watervallen op z’n allermooist. Voor de tijd van het jaar (half mei) stond er relatief weinig water, maar het was nog steeds héél veel water. En toch bleven we grotendeels droog, want de gebruikelijke ‘mist’ ontbrak nu. De helicoptervlucht boven de Falls en de sunsetdinnercruise op de Zambezi tussen de nijlpaarden maakten onze dagen in Zimbabwe helemaal af. Tussendoor genoten we van de schitterende tuin van ons fijne hotel.
Vervolgens werden we opgepikt door een taxi voor de korte tocht naar de grens met Botswana en daar stond de volgende taxi al weer klaar voor de laatste kilometers naar de mooie Bakwena Lodge bij Chobe National Park. Vanaf dat moment kwamen we in het ritme van héél vroeg ontbijt - ochtendsafari - vroege lunch - even rust - high tea - middagsafari met sundowner - diner - vroeg naar bed. En dat dan op 4 verschillende locaties in Botswana (Chobe - 2 locaties in Okavango en Kalahari). Alle gebieden waren totaal verschillend, maar juist daardoor was het zo’n geweldig mooie en afwisselende reis. Ook de lodges waren heel verschillend, maar allemaal even mooi en gastvrij. En met hele goede gidsen. De minst luxueuze (Sango Safari Camp in concessie Khwai in Okavango) was vanwege het Out of Africa-gevoel stiekem mijn favoriet.
Mensen die nog nooit op safari zijn geweest denken nu misschien: is dat nou leuk, elke dag hetzelfde programma? Nou, wij vinden dat dit nooit verveelt! Je rijdt iedere keer door een prachtige omgeving en het is steeds maar weer afwachten wat je ziet. Want er mag dan wel heel veel wild zitten, niks is gegarandeerd. In Chobe zagen wij bijvoorbeeld relatief weinig olifanten, maar op de eerste locatie in Okavango bleven we onze favoriete beesten maar tegenkomen. Ongelofelijk indrukwekkend, deze kuddes en hun gedrag. Daar krijg je nooit genoeg van.
Al met al hebben we ontzettend veel wild gezien, inclusief roedels wilde honden, heel veel leeuwen en een luipaard dat uitgebreid de tijd voor ons nam. En dat alles pal naast de jeep, in een gebied waar het qua toerisme heel rustig is. Onderdeel van de pret was de spreekwoordelijke Zwitserse precisie waarmee het vervoer werd geregeld. Precies op tijd hoorden we het gebrom van de Cessna’s boven ons. En even later stonden we al bij de volgende mooie lodge en klommen we de jeep al weer in voor de volgende safari. Wat die Cessna’s betreft nog wel een tip: de tassen moeten niet alleen van zacht materiaal zijn, maar ook heel klein. We kregen bijna een rolberoerte toen we van de maximale omvang hoorden. Wij kwamen uiteindelijk uit op een Duffel maat M. Die was iets te groot, maar dat was geen enkel punt. In de kleinste vliegtuigjes was dat ook wel echt het maximum, zo klein is de bagageruimte in die ‘mosquito’s’, zoals de gidsen ze noemen. Maar het goede nieuws is: je hoeft bijna niks mee te nemen, want overal kun je je was laten doen.
We hebben kortom een topvakantie gehad. Dank Matoke, voor de fijne contacten, het meedenken en de perfecte organisatie!
Carolien & Jos
